Niveau A2 - Lezen - Geschiedenis - Tekst 14 - De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog

  De Eerste Wereldoorlog (1914 – 1918)      druk de tekst af

In 1914 stond Europa in brand. In dat jaar begon de Eerste Wereldoorlog. De oorlog begon tussen de landen  Servië en Oostenrijk. Veel landen raakten betrokken in deze oorlog tussen deze twee landen. Rusland besloot Servië te helpen en Duitsland steunde Oostenrijk. Duitsland en Frankrijk raakten ook in oorlog met elkaar. Engeland werkte samen met Frankrijk. En in 1917 besloot Amerika ook aan de oorlog deel te nemen. Amerika koos de zijde van Engeland en Frankrijk.

De legers van deze landen waren groot en goed bewapend. De legers hadden veel moderne wapens: tanks, kanonnen en machinegeweren. Het waren wapens die extra veel slachtoffers maken. Ook werd er gifgas gebruikt. Door het gebruik van gifgas vielen extra veel doden.

De oorlog tussen Frankrijk en Duitsland vond onder andere plaats in België. Duitse, Engelse en Franse soldaten werden naar het slagveld gestuurd. De soldaten groeven loopgraven. In de loopgraven hoopten zij dat ze niet werden geraakt. Vier jaar lang schoten de soldaten vanuit de loopgraven op elkaar. Maar de soldaten kregen ook de opdracht om aan te vallen. Ze moesten dan de loopgraven uit en ze moesten schietend naar de tegenstander rennen. Op deze manier werd dan een klein stukje terrein gewonnen. Maar dat stukje grond kon de volgende dag al weer verloren zijn. De kans dat de soldaten bij een aanval gewond raakten of werden gedood was groot. Miljoenen soldaten stierven tussen 1914 en 1918.

  

 

 

Nederland deed niet mee aan deze oorlog. Nederland was neutraal. De oorlog werd wel in Nederland gevoeld. Er kwamen veel vluchtelingen uit België in Nederland wonen. Ook kwam de handel met andere landen stil te liggen. Daardoor was er minder werk en ontstond er werkloosheid.

In 1918 was het einde van de oorlog. Duitsland was verslagen met de hulp van de soldaten uit Amerika. Ook hadden na vier jaar de Duitse soldaten gebrek aan eten, wapens en kleding. Ze waren oorlogsmoe en wilden niet meer vechten. Duitsland werd na de oorlog gestraft. Duitsland moest stukken land afstaan aan Frankrijk en aan Polen.
En Duitsland moest de schade van de oorlog betalen.  Hitler was een soldaat in de Eerste Wereldoorlog in het leger van Duitsland.

Hij schaamde zich dat Duitsland de oorlog had verloren. Later werd Hitler de leider van Duitsland. Hij droomde van een sterk Duitsland en in 1939 begon Hitler de Tweede Wereldoorlog.  Pas na de Tweede Wereldoorlog gingen de landen in Europa samenwerken.