Niveau A2 - Luisteren - Huisdier
Lees eerst de woorden. Luister dan naar de tekst en maak de oefeningen.
Woorden
Oefening 1
Oef. 2
Oef. 3
Woorden
1. Ik ben gek op honden: Ik houd heel veel van honden.
2. Daar heb ik helemaal geen zin in: dat wil ik helemaal niet.
3. stinken: vies ruiken4. de zolder: kamer helemaal boven in het huis5. het zand: kijk naar de foto hieronder6. oppassen: zorgen voor kinderen of dieren van iemand anders.
7. voeren: eten geven.
8. het gedoe: de problemen.
Oefening 1
Oef. 2
Oef. 3
Luisteren en woorden: maak de oefeningen.
Oefening 4
Oef. 5
Oefening 4
Oef. 5
Verstaan en nazeggen: maak de oefeningen.
Oefening 6
Oef. 7
Oefening 6
Oef. 7