Niveau A2 - Spreken - Advies Vragen
Lees eerst de informatie, en de woordenlijst.
Maak dan de oefeningen. Druk daarna de schrijfopdracht af en maak hem.
informatie
U leert in deze les advies vragen en advies geven. Als u niet weet wat u het beste kunt doen, kunt u om advies vragen. U vraagt dan om hulp.
Als iets niet lukt in de klas, vraagt u de docent om hulp. De docent geeft dan advies. Hij zegt wat u het beste kunt doen.
Waar krijgt u advies en van wie?
U kunt overal om advies vragen. En u kunt ook advies vragen aan veel verschillende mensen. Op school vraagt u aan de docent:
– Hoe kan ik snel nieuwe woorden leren?
En aan de huisarts vraagt u:
– Hoe moet ik de medicijnen gebruiken?
Woord | Betekenis |
---|---|
1. Advies vragen | vragen wat je het beste kunt doen |
2. advies geven | zeggen wat iemand het beste kan doen |
3. het lukt niet | je probeert het wel, maar het gaat niet goed |
4. de huisarts | de dokter |
5. bestellen | tegen de ober zeggen wat je wilt eten |
6. de stofzuiger | |
7. aanraden | het advies geven dat iemand iets moet doen |
8. afraden | het advies geven dat iemand iets niet moet doen |
9. de loodgieter | |
10. de Gouden Gids | Een soort telefoonboek voor bedrijven (uit de tijd toen mensen nog weinig internet gebruikten) |
11. de tip | het advies |
12. iets laten | iets niet doen |
vertrekken | weggaan |
Je kunt het beste in de Gouden Gids kijken.
Je hoort Koos en Arno.
Arno belt en heeft een vraag.
Koos geeft advies.
Koos: Met Koos Galjoen.
Arno: Met Arno. Ik wou je wat vragen.
Weet jij misschien een loodgieter?
Mijn moeder d’r vloer staat onder water.
Koos: Hoe komt dat?
Arno: De w.c. is kapot.
Koos: Wat vreselijk. Nee, ik ken geen loodgieter.
Maar je kunt het beste in de Gouden Gids kijken.
Daar staan ze allemaal in.
Arno: O, ja, daar had ik niet aan gedacht.
Wat een goed idee. Ik ga gauw kijken.
Bedankt. O, denk je dat ze gauw komen?
Koos: Nou, ik ben bang van niet.
Meestal laten ze je lang wachten.
Arno: Nou, dat hoop ik niet, want het stinkt vreselijk hier.
Koos: Nou, sterkte ermee. De groeten aan je moeder.
Arno: Bedankt. Dag!
een loodgieter het stinkt vreselijk de Gouden Gids (een soort telefoongids voor bedrijven)
Advies vragen en advies geven.
Er zijn veel manieren om advies te vragen. Een paar voorbeelden zijn:
– Wat zal ik doen?
– Wat moet ik doen?
– Wat zou ik kunnen doen?
– Heb jij een idee wat ik kan doen?
– Kan je mij een tip geven?
Er zijn ook veel manieren om advies te geven. Een paar voorbeelden zijn:
– Je moet ……..
– Je kunt het beste ……..
– Je moet een nieuwe auto kopen.
– Je kunt het beste naar huis gaan.
– Als ik jou was, zocht ik een andere baan.
– Ik raad je die andere stofzuiger aan.
– Die school kan ik je aanraden.
Iets afraden.
Je kunt iets aanraden. Je geeft dan het advies iets wel te doen. Je kunt ook iets afraden. Je geeft dan advies om iets niet te doen. Een paar voorbeelden van afraden zijn:
– Je moet het maar laten.
– Zoiets moet je niet doen.
– Ik moet je doe school afraden.
– Je kunt het beter niet doen.
Appels kopen.
Een verkoper van groente en fruit praat met een klant.
De klant wil appels kopen.
De verkoper geeft advies.
Verkoper: Kan ik u helpen?
Klant: Ik wil graag een kilo appels van € 1,25 per kilo uit de aanbieding.
Verkoper: Het spijt me, maar de appels die u vraagt zijn uitverkocht.
Klant: Jammer. Welke appels raadt u me dan aan?
Verkoper: Als ik u was, zou ik deze nemen. Ze smaken heerlijk zoet. Normaal kosten ze € 1,75 per kilo. Maar betaalt u maar € 1,25.
Klant: Goed. Geeft u mij daar maar 1 kilo van.
Verkoper: Alstublieft. Anders nog iets?
Klant: Nee, bedankt.