Grammatica B1 - Werkwoord + te
We gebruiken veel werkwoorden samen met te, maar sommige werkwoorden hebben geen te. Bijvoorbeeld:
Ik probeer elke dag te sporten.
Ik wil elke dag sporten.
Na de werkwoorden willen, mogen, moeten, kunnen, zullen, gaan, komen, blijven, laten, zien en horen krijgen we geen te. Je kijkt dan alleen naar het eerste werkwoord in de zin.
Kom je morgen eten?
Hij gaat vandaag werken.
Bij andere werkwoorden gebruiken we te:
Hij hoeft morgen niet te werken.
Ze belooft op tijd te komen.
Werkwoorden met te die we vaak gebruiken, zijn: beginnen, durven, hoeven, proberen, besluiten, zitten en staan.