Niveau B1 - Staatsexamen I - Oefeningen

Hieronder vindt u alle oefeningen voor Niveau B1 – Staatsexamen I. Klik op een van de oefeningen.

Inburgering Titel / Info Niveau
Oefen voor het inburgeringsexamen B1 spreken!
B1
Oefen voor het inburgeringsexamen B1 schrijven!
B1
Lezen Titel Niveau
Boekje met alle teksten en woordenlijsten
B1
De gemeenteraadsverkiezingen
B1
Nieuwe planten en dieren
B1
Vakantie vroeger en nu
B1
Wat is kernenergie?
B1
Beugels voor jong en oud
B1
Een lucht vol ballonnen
B1
Koud winterweer in Azië
B1
De reuzenpanda
B1
Bevrijdingsfestivals op 5 mei
B1
De nieuwe donorwet
B1
Groene stroom: beter voor het milieu
B1
Wat is astma precies?
B1
4 manieren om uit een winterdip te blijven
B1
De vriendelijke, maar vreemde persoon
B1
Lezen 2 Geschiedenis van Nederland Niveau
Boekje met alle teksten en woordenlijsten
B1
Wie was Willem van Oranje?
B1
De ‘Gouden Eeuw’
B1
Rembrandt
B1
Het planetarium van Eise Eisinga
B1
Napoleon en de Franse tijd
B1
Schrijven Titel Niveau
Maak zinnen met verschillende volgordes
B1
Schrijf korte briefjes
B1
Schrijf een verhaaltje bij tekeningen
B1
Luisteren Titel / Info Niveau
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Kijk naar de video en geef antwoord op de vragen
B1
Muziek Artiest Niveau
Ramses Shaffy
B1
Boudewijn de Groot
B1
Boudewijn de Groot
B1
Ramses Shaffy
B1
Alex Roeka
B1
Jacques Brel
B1
Willeke Alberti
B1
Di Gojim
B1
Boekje Teksten Muziek B1 (10 liedjes)
B1
Boekje Oefeningen Muziek B1 (10 liedjes)
B1
Luister naar 8 liedjes (niveau B1) op Spotify
B1
Grammatica Titel / info Niveau
Theorie grammatica en spelling
B1/B2
Vul de verleden tijd in
B1
Bijvoorbeeld: omdat, want, als, maar, en, om
B1
Vul op de juiste plaatsen ’te’ in.
B1
Typ ‘er’ als dat nodig is.
B1
Kies uit: me, je, zich, ons.
B1
Schrijf de complete zin met het werkwoord tussen haakjes in de goede vorm.
B1
Een relatieve zin geeft extra informatie over een woord in de hoofdzin.
B1
Vul de goede vorm van zullen en zouden in.
B1
Vul de goede vorm van hebben of zijn in.
B1