Niveau A1 - Luisteren - Naar een restaurant
Chris is in de stad. Hij heeft honger en gaat naar een restaurant.
Lees eerst de woorden. Luister dan naar de tekst en maak de oefeningen.
Woorden
Oefening 1
Oef. 2
Oef. 3
Woorden
1. de serveerster: een mevrouw die eten brengt in een restaurant
2. de de menukaart: een lijst met eten en drinken dat je kan kiezen
3. het komt eraan: het komt snel
4. het bestek: lepel, vork en mes
5. afrekenen: betalen
6. vervelend: niet leuk
7. de kok: de persoon die het eten maakt in een restaurant
8. contant betalen: met briefjes of munten betalen
9. pinnen: met een bankpas betalen
Oefening 1
Oef. 2
Oef. 3
Luisteren en woorden: maak de oefeningen.
Oefening 4
Oef. 5
Oefening 4
Oef. 5
Verstaan en nazeggen: maak de oefeningen.
Oefening 6
Oef. 7
Oefening 6
Oef. 7