Grammatica A2 - Aanwijzend Voornaamwoord (Deze, die, dit, dat)

Welk woord moet je gebruiken, deze, die, dit of dat?
Daarvoor moet je 2 dingen weten:
Is het een de-woord of een het-woord?
En is het dichtbij (bij jou) of ver (niet bij jou?)

Voor de-woorden: gebruik deze (dichtbij) of die (ver): Deze pen doet  het niet, wil je die pen even geven?

Voor het-woorden: gebruik dit (dichtbij) of dat (ver): Dit potlood schrijft niet goed, wil je dat potlood even geven?