Grammatica A2 - Meervoud (Pluralis)

Op niveau A1 heb je het volgende geleerd: meestal gebruik je -en of -s om het meervoud van woorden te maken. Bijvoorbeeld:
een boek          twee boeken
een appel         twee appels

Soms gebruik je –‘s. Dat doe je bij woorden die eindigen op -a, -i, -o, -u of -y:
een oma           twee oma’s
een taxi             twee taxi’s
een auto           twee auto’s
een menu         twee menu’s
een baby          twee baby’s

Er zijn ook woorden met een onregelmatig meervoud, bijvoorbeeld:

de dag              de dagen
de weg             de wegen
het lid               de leden
de stad             de steden

Alle woorden die eindigen op -heid eindigen in het meervoud op -heden
de mogelijkheid             de mogelijkheden
de overheid                   de overheden