De televisie in de huiskamer (na 1948) druk de tekst af
De telefoon bestaat vanaf 1881 in Nederland. De radio bestaat vanaf 1919. Sinds 1885 rijden er auto’s in ons land. Nederland veranderde door de komst van de radio, van de telefoon en van auto’s.
Door de radio kregen mensen informatie over de wereld thuis. Door de telefoon konden mensen thuis blijven en toch met elkaar praten. Auto’s maakten dat mensen meer gingen reizen.
De televisie bestaat vanaf 1935 in Nederland. Maar pas na 1948 werd de televisie in Nederland populair. Philips is een fabriek in Nederland. In deze fabriek werden televisies gemaakt. Het was belangrijk voor Philips dat mensen een televisie kochten. Philips maakte veel reclame voor de televisie. In 1961 waren er al 1 miljoen televisies verkocht.
Mensen gingen steeds meer en vaker naar de televisie kijken. De programma’s waren nog in zwart wit. De kleurentelevisie bestond in het begin nog niet. In 1970 had bijna ieder gezin een televisie in huis.
Door de televisie veranderde er veel in Nederland. Het veranderde het leven in de gezinnen en de huiskamer ging er anders uitzien. Nederlanders zaten niet meer met elkaar om de eettafel. Ze zaten voortaan op een bank en keken televisie.
In Nederland woonden verschillende groepen mensen. De mensen uit de verschillende groepen hadden weinig contact met elkaar. Nederland was verzuild. Er waren katholieken, protestanten, socialisten en liberalen. Op de televisie was dit goed te merken. Katholieken en protestanten keken naar hun eigen programma’s. De programma’s waren gemaakt door een katholieke of een protestantse omroep. Ook de andere groepen keken naar hun eigen programma’s.
Maar door de programma’s op de televisie leerden de groepen elkaar beter kennen. De televisie bracht iedere avond de wereld in de huiskamer. De programma’s gingen over godsdienst. De programma’s gingen mannen en over vrouwen. Sommige programma’s gingen over seks. Nederlanders keken iedere dag naar het journaal. Ze zagen dan vreselijke beelden van oorlogen.
Door de televisie kregen mensen steeds meer informatie. Mensen gingen meer met elkaar praten over dat wat zij op televisie hadden gezien. Ze praatten met elkaar over de wereld. Ze praatten over godsdienst. Ze praatten over de relatie tussen mannen en vrouwen.