Niveau A2 - Lezen - Geschiedenis - Tekst 6 - De Grondwet van 1848

De grondwet van 1848

Thorbecke schreef de grondwet in 1848                                                            druk de tekst af

In Nederland mag je zeggen wat je denkt. Iedereen mag zijn mening geven. In Nederland mag iedereen een eigen godsdienst hebben. Je mag katholiek of protestant zijn. Maar je mag ook joods of islamitisch zijn.

In Nederland mag je stemmen voor het parlement. Je mag stemmen als je ouder bent dan 18 jaar. In het parlement zitten mannen en vrouwen. Deze mannen en vrouwen zijn lid van een politieke partij. Je mag stemmen op de PvDA of de SP. Maar je mag ook stemmen op het CDA of de VVD. 

In Nederland kiezen ouders een school voor hun kinderen. Ouders kunnen hun kinderen naar een katholieke of een protestantse school sturen. Maar ouders kunnen ook een openbare school kiezen. Ze kunnen ook kiezen voor een islamitische school.

 De grondwet van Thorbecke

Je mening mogen geven. Mogen stemmen op een politieke partij. Vrijheid van godsdienst. Vrijheid van onderwijs. Dat staat allemaal in de grondwet. De grondwet is een belangrijke wet. Het is de belangrijkste wet in een land. In de grondwet staan regels. In de grondwet staan regels die voor iedereen gelden.

Het is 1848. Willem II is de koning van Nederland. Deze koning wil een nieuwe grondwetThorbecke is een minister in de regering. Deze minister moet de nieuwe grondwet schrijven. De nieuwe wet heet “de grondwet van Thorbecke”. Na 1848 mogen Nederlanders een parlement kiezen. Na 1848 is iedere godsdienst in Nederland gelijk. En iedere Nederlander is vrij om een school te kiezen voor zijn kinderen.

Na 1848 is Nederland een democratie. Het is een democratie met een parlement. In de grondwet staat dat de ministers de leiding hebben. De ministers in de regering moeten de wetten maken. Zij  moeten de nieuwe regels bedenken.

En de koning ? De koning heeft na 1848 minder macht. Hij is niet meer de baas over de politiek. Hij is niet meer de baas over het leger. De regering heeft de leiding van het land. En de mannen en vrouwen in het parlement moeten de regering controleren.

En Nederlanders kiezen het parlement.