Niveau A2 - Schrijven - App 2
Lees eerst de opdracht, en de woordenlijst. Lees ook het voorbeeld.
Maak dan de oefeningen. Druk daarna de schrijfopdracht af en maak hem.
Appje 2: bericht aan een collega
opdracht
Je werkt voor de thuiszorg.
Je hebt vandaag bij meneer Jansen gewerkt.
Je schrijft een bericht aan je collega die morgen bij hem werkt.
Schrijf wat je vandaag gedaan hebt:
– meneer gedoucht;
– medicijnen gegeven.
Schrijf wat je collega morgen moet doen:
– huisarts bellen voor nieuwe medicijnen;
– vragen of er iets verandert met zijn medicijnen.
Denk aan een passende aanhef, beginzin, laatste zin en afsluiting. Gebruik je eigen naam.
WOORD BETEKENIS
1. thuiszorg Mensen die werken bij de thuiszorg helpen ouderen met dingen die ze zelf niet meer kunnen, bijvoorbeeld douchen of het huis schoonmaken.
2. collega Iemand die op dezelfde plek werkt als jij.
Hoi Sabine,
Vandaag heb ik bij meneer Jansen gewerkt. Ik heb hem gedoucht en ik heb hem ook zijn medicijnen gegeven. Anders vergeet hij die te nemen.
De medicijnen zijn bijna op, dus kun jij morgen de huisarts bellen en vragen om nieuwe medicijnen? Vraag ook of er iets veranderd moet worden met zijn medicijnen.
Alvast bedankt!
Groetjes,
John